woensdag 25 maart 2009

Post-modern publiceren....


Ik heb mijn eerste roman gepubliceerd. Nou ja, gepubliceerd, het is "maar" bij Boekscout, maar toch.

Ik heb de laatste tijd veel nagedacht over het verschijnsel van de POD uitgeverijen. Printing on Demand heet dat: elke boek wordt gedrukt bij de bestelling, geen voorraden, geen grote investeringen. Je weet wel: jij komt met je manuscript, zij maken daar een mooi boekje van, vragen een ISBN nummer aan, plaatsen het boek op hun webwinkel, jij levert 50 of 100 emailadressen, en dan heb je een boek "gepubliceerd." Of de rest van de wereld er ooit iets van zal afweten hangt vooral van je eigen inspanning af. Hoe groot je netwerk is, en je familie.

Ik heb een argument voor en een argument tegen.

Argument voor: Uitgeverijen beslissen (vaak) op commerciële gronden of ze je boek zullen aannemen, want een boek uitgeven is een dure en riskante zaak. Minstens hanteren ze de huidige smaak van het publiek als norm. En die "smaak" valt in twee brokken uiteen: pulp en literair. Om bij de pulp mee te doen moet je boek in een genre vallen en vlot leesbaar zijn. Ambachtelijk werk dus volgens richtlijnen.

Om literair te worden geacht moet je spitsroeden lopen langs de critici. Dat kun je een hoge kwaliteitsstandaard noemen, maar je kunt ook spreken van "institutionele censuur." Dat hangt ervan af of je boek geaccepteerd wordt.
Als je al die zaken wilt vermijden omdat jijzelf in je boek gelooft, dan is er de POD uitgeverij.

Voor mij is dat goed genoeg, omdat ik geen carrière als schrijver nastreef en alleen maar wil dat mijn verhalen en gedachten ergens "beschikbaar" zijn. Het is een modern concept: jij schrijft een boek en biedt dat aan. Geen commerciële tussenlaag, geen marketing, geen redactionele ingreep etc. Jouw verhaal, jouw risico. Soms betaal je er ook voor. Je weet van tevoren dat je boek maximaal 500 verkochte exx. zal hebben want dat is een bestseller in POD land.

Argument tegen: er is geen maatstaf van kwaliteit in het fonds van de POD-uitgeverij en de prijs van je boek is betrekkelijk hoog en niemand kent je. Sommigen zeggen: je zit altijd tussen de rotzooi. Gevaarlijk argument: want die rotzooi ben je zelf, in de ogen van anderen dan. Wie je bent komt intussen nauwelijks uit de verf. Er is geen ruimte voor een auteurspagina - tenzij je zelf een succesvolle website hebt. Boekhandels verdienen te weinig aan je boek om het voor hen interessant te maken en je zit niet bij bol.com of amazon.
Wie "echt" wil meedoen, heeft publiciteit nodig en dat betekent een uitgeverij die je boek in de winkels kan leggen, een interview voor je regelt en de critici aanschrijft dat ze op dit boek hebben zitten wachten. Dat doet Boekscout niet of nauwelijks. Dat kun je ook niet van ze verwachten.

Nu had ik een boek geschreven met de titel: Een Ongelijk Juk. Forse autobiografische elementen, literair soms en soms gewoon vertellend, aangrijpend - zei mijn moeder - goed om te lezen - zei mijn vrouw - een echte roman - zei een vriend. Dat boek heb ik bij LULU.com geplaatst om er een aantal exx. van te kunnen verspreiden onder familie en vrienden, hun kritiek te horen.

Meer deed ik ook niet en dus verkocht ik er nauwelijks van: 3 in totaal, en dat per toeval. Toen ben ik gaan herschrijven en het manuscript dat toen ontstond - o wat vond ik het mooi! - naar Boekscout gestuurd. Nu ligt het - zeer fraai, mooie cover etc. - in de webwinkel onder de nieuwe titel die men aangeraden had:

De Zegen van Ruben Verwij.

Zelfs de locatie op het internet lijkt lastig te vinden: http://www.boekscout.nl/html/boek.asp?id=685, daar dus, moeilijk te vinden, maar het is er.

Het eerste exemplaar heb ik nu in handen. Ik zie 336 pagina's met het verhaal waar ik een jaar aan gewerkt heb. Alle emoties van het schrijven komen bij me terug. Alle worstelingen met taal en stijl en compositie. Mijn boek! denk ik dan. Misschien heeft je kind een aangeboren afwijking, maar het is wel van jou. Bij de grote uitgever zou het misschien in de afvalbak beland zijn. Maar hier is het dan toch, tegen alle verwachtingen in.

Denk je dat het me nu veel kan schelen dat het niet bij de Bruna ligt?

Je hebt nog die andere vraag: ben je wel een "echte schrijver" als je bij POD uitgeverijen publiceert, of ben je alleen een "amateur" met een hobby en een te groot ego? "Vanity publishing" noemen ze dat.

Ik zie dat anders. Je hebt recreatieschakers en clubschakers. De eerste spelen af en toe een potje schaak, verdiepen zich niet in de theorie van het schaken, spelen geen partijen na, lezen de schaakbladen niet. Het gaat ze gewoon om de gezelligheid van het spel. Je hebt ongetwijfeld schrijvers die af en toe iets maken. Ze hanteren daarbij maatstaven die aangepast zijn aan hun persoonlijke omstandigheden. Ze trekken zich niets aan van de normen die voor het "vak" of de kundigheid van het schrijven gelden.

Maar of je nou geld verdient of niet met schaken, je beoefent het met overgave als je al die andere dingen wel doet, als je kortom een maatstaf voor je eigen werk hanteert die niet prive is, maar met de aard van het "vak" te maken heeft. Kortom: als je het serieus neemt.

Als je bij jezelf zegt, elke keer als iemand kritiek heeft op je tante Betjes en andere ontsporingen, dat "ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is" dan neem je het schrijven niet serieus als iets dat je leren kunt en waaraan maatstaven vast zitten.

Een schrijver die leest, van anderen leert, zich maatstaven oplegt, worstelt met interpunctie, stijl, vorm en compositie is dan een "echte" schrijver, of hij/zij nu publiceert, er geld mee verdient en door critici geprezen wordt of niet - dat doet er niet toe.

Wie dat allemaal aan zijn laars lapt - die heeft alleen een hobby.

zaterdag 14 maart 2009

Evolutie of schepping?

Hoe zit het nou?

"De wereld is 4,5 miljard jaar oud."
"Nee, de wereld is 6000 jaar oud."
"De wereld is ontstaan uit natuurlijke processen."
"Nee, de wereld is geschapen door een almachtige schepper."
"Gelovigen dwingen hun kinderen in een boeman te geloven."
"Atheïsten kunnen elk moreel kwaad rechtvaardigen."

Nergens wordt het debat tussen geloof en en wetenschap zo scherp gevoerd als in de Verenigde Staten. Je zou bijna denken dat de toekomst van de natie op het spel staat, en misschien is dat ook zo. Gelovigen van allerlei aard, baptisten, evangelische gemeenten maar ook katholieken, denken dat de evolutietheorie de weg vrijmaakt voor allerlei kwaad. Wie geen schepper erkent, heeft geen basis voor zijn morele normen en waarden. Dan kun je alles doen wat je maar wilt. Atheïsten protesteren daar terecht tegen. Christenen, zeggen ze fijntjes, hebben zelfs een hoger percentage echtscheidingen dan seculieren en het aantal veroordeelde pedofielen onder priesters blijft stijgen. Het is een debat waar je niet vrolijk van wordt, omdat het zo hopeloos agressief geworden is.

Het debat

Er zijn gelukkig ook gesprekken op hoog niveau, zoals tussen de hoogleraren Richard Dawkins (1941 - ) en Alistair McGrath (1953 -).
Dawkins schreef "God als Misvatting" (The God Delusion) waarin hij de vloer aanveegt met de gelovigen in de schepping, de creationisten dus. Zijn veroordeling van het geloof is hard en komt hier op neer: Jullie God is een kleine God, een sadist, een illusie. Het universum is mooier, rijker en groter dan wat de bijbel jullie vertelt. Geloof is een gevolg van de indoctrinatie van kinderen met een hemelse boeman.
De kern van zijn betoog ligt in de biologie: we hebben de hypothese "God" helemaal niet nodig om het ontstaan van het leven ( abiogenese) of zijn ontwikkeling ( evolutie) te verklaren.
McGrath is tot nu toe de enige theoloog die op hetzelfde niveau kon antwoorden. Hij is dan ook gepromoveerd in de moleculaire biofysica aan de universiteit van Oxford. McGrath schreef een antwoord op een eerder boek van Dawkins onder de titel: "Dawkins' God."
Bovendien schreef hij uitgebreid over de zogenaamde "wetenschappelijke theologie," zijn poging om theologie en wetenschap met elkaar in harmonie te brengen. Wie het debat over de schepping wil begrijpen, doet er goed aan bij Dawkins en McGrath te beginnen.

God als oorzaak

Het is al een oude redenering: het universum verandert in de tijd. Het moet dus ook een begin hebben gehad. Maar iets kan niet ontstaan uit niets. Er moet dus een oorzaak van het universum bestaan vooraf aan het begin. En die oorzaak is natuurlijk God.
Dawkins kan dan zeggen dat die redenering zinloos is, omdat aan het begin van het universum de tijd zelf nog niet bestond. Er is simpelweg geen vooraf. Daarmee is de leer van de schepping uit het niets overbodig geworden.
McGrath noteert daarbij, dat het idee van de schepping juist de moderne natuurwetenschap heeft mogelijk gemaakt. Schepping impliceert dat God en de natuur niet hetzelfde zijn. Daardoor konden de natuurwetenschappen zich zelfstandig naast de theologie ontwikkelen. De studie van de natuur kan dan worden ondernomen zonder voor alles wat we niet begrijpen een toevlucht te zoeken tot het idee God.

De leer van de schepping uit het niets heeft ook morele gevolgen. Als God de wereld heeft geschapen, dan is die wereld een geschikte plaats om te doen wat hij wil. De kosmos is dan niet irrationeel en doof, maar een werkelijk tehuis voor de mens.
Daarom is de schepping ook een doorgaande arbeid: de wereld moet voortdurend geordend worden, in de strijd tegen de chaos.

Let wel, we spreken van het idee van de schepping, en niet van een alternatieve natuurwetenschap. Het naïeve fundamentalisme dat uit de bijbel narekent dat de aarde 6000 jaar oud moet zijn, is McGrath volkomen vreemd. Ook voor hem is de evolutie een feit. Maar hoe interpreteer je dat feit? De wetenschap kan de vraag beantwoorden hoe alles gebeurd is. De vraag is alleen of we de zin van die evolutie en de ordening in de kosmos voldoende kunnen begrijpen zonder God als eerste oorzaak te postuleren. McGrath wil geen creationist zijn. Toch lijkt zijn begrip "ordening" een beetje op de term "design" van de creationisten.

Design?

Hoe zit het dan met die ordening of design? "Intelligent ontwerp" is de nieuwe naam van het creationisme dat zich als wetenschappelijke theorie wil voordoen. Dawkins wijst er op, dat er in de wereld geen enkel bewijs voorkomt van een ordening door een intelligente almacht. Als er geen ontwerp bestaat, dan is er ook geen ontwerper.

Een voorbeeld. Een kristal is zo complex, dat het ontworpen lijkt te zijn. Maar we weten dat het uit bekende en eenvoudige natuurwetten ontstaat. De kosmos als geheel heeft helemaal geen last van chaos, dat is maar een subjectieve manier van kijken. Natuurwetten werken op een bepaalde manier; het zichtbare en meetbare universum is daarvan het resultaat.

Creationisten brengen vaak het argument in een wat ruwe vorm naar voren. De ordening in de kosmos, zeggen ze, kan geen toeval zijn. De kans dat op aarde zomaar leven zou ontstaan, is even groot als de kans dat een totaal vernielde Boeing 747, waarvan de stukken op een afvalhoop verspreid liggen, door een passerende orkaan weer in luchtwaardige conditie wordt hersteld.

Onzin, zegt Dawkins. De wetenschap spreekt helemaal niet over toeval, maar bijvoorbeeld over natuurlijke selectie en dat is het tegendeel van gewoon toeval. Complexe organismen kunnen door kleine en geleidelijke veranderingen tot stand komen omdat die steeds aan het nageslacht worden doorgegeven. Als de verandering bijdraagt aan het overleven van de soort, zal ze op de langere termijn ook complexe organen zoals ogen kunnen voortbrengen. Kortom, complexiteit of zelfs onwaarschijnlijkheid bewijst helemaal niet dat een intelligente ontwerper bestaat.

We hebben volgens Dawkins genoeg aan "toevallige mutaties plus niet-toevallige selectie en veel generaties" om het leven te verklaren. Zonder God de schepper dus. De enige zinvolle positie die dan overblijft, is het atheïsme.

Nee! zegt McGrath. God is wel degelijk de oorzaak van deze wereld, hij is schepper van het fysieke universum. Maar hij is dat op indirecte wijze. Er is een heel netwerk van oorzaken die we wetenschappelijk kunnen bestuderen, inclusief de mechanismen van de evolutie. In de interpretatie van de evolutie als een feit, stuiten we op vragen als: waarom is de wereld zoals ze is? Met welk doel bestaat ze? De wetenschap leert de verwantschap van alle leven, en zegt dat je God niet nodig hebt om te verklaren hoe alles is gebeurd. Goed. Maar dat levert niet noodzakelijk een bewijs voor het atheïsme op.

God, zegt McGrath, is de finale of hoogste oorzaak, die werkt door middel van secundaire, natuurlijke oorzaken. Als je het doel van de evolutie wil begrijpen, als je de vraag stelt waarom de wereld is zoals ze is, dan heb je niet genoeg aan de wetenschap. Die kan alleen verklaren wat en hoe het allemaal gebeurd is. De vraag waarom is voor de natuurwetenschap niet zinvol. Maar dat sluit haar niet uit. Die vraag ligt op het terrein van een wetenschappelijke theologie.

McGrath verwijt Dawkins dat hij een sprong maakt in zijn argumenten. Omdat (1) de natuur, dat zo zeggen al in het zichtbare en verklaarbare, zonder God kan worden begrepen, neemt hij ook aan (2) dat we zonder God kunnen begrijpen waarom de wereld bestaat. Tussen (1) en (2) zit de sprong.

God bestaat wel/niet

Bestaat God nou wel of niet? Het hangt natuurlijk af van je definitie hoe je deze vraag zou kunnen beantwoorden. Als "bestaan" betekent: deel uitmakend van de zichtbare en verklaarbare wereld," dan is het antwoord van Dawkins ongetwijfeld nee! Maar McGrath en intelligente Christenen zouden dat onmiddellijk toegeven. Als "bestaan" betekent "zinvol binnen onze menselijke ervaring en moraal" dan zegt een gelovige zonder moeite dat God wel degelijk bestaat. Het staat iedereen vrij om met Dawkins te zeggen dat hij dat niet gelooft. Maar wie begrijpen wil waarom deze wereld is zoals hij is, kan zich evenals McGrath beter met theologie dan met biologie bezighouden.

Het is jammer dat de conversatie tussen Dawkins (maar ook Daniel Dennett, Tom Harris, Christopher Hitchens) en theologen als McGrath zo weinig bekend is. Dawkins en zijn makkers hebben ook een makkelijke prooi gekozen: het christelijke fundamentalisme in de Verenigde Staten is in vele opzichten een achterlijke godsdienst en een gevaarlijke politieke macht. De oppositie tegen wetenschap en democratie leidt tot de legitimatie van agressieve buitenlandse politiek. Het creationisme speelt daarbij de rol van sjiboleth.

Dit fundamentalisme is zo gevaarlijk, dat ik de neiging heb om mijzelf in de Verenigde Staten als atheïst te betitelen. Van de Menisten tak dan natuurlijk, vanzelfsprekend. Maar een mondig en vrij christendom hoeft zich niet op te sluiten in de intellectuele duisternis noch de wetenschap als een demonisch gevaar af te wijzen. Een christen die openstaat voor de moderne cultuur kan van Alistair McGrath leren dat bijbel en wetenschap geen doodsvijanden hoeven te zijn.



Aanbevolen literatuur

Richard Dawkins, De zelfzuchtige genen, Olympus, 2006, ISBN 97 890 4670 005 1
Idem, God als Misvatting, 2009, ISBN 97 890 4680 594 7
Alistair McGrath, Dawkins' God. Over genen, memen en de zin van het leven, 2006, Kok - Kampen, ISBN 90 435 1188 9
Idem, Geloof en natuurwetenschap: een introductie, 2001, Kok - Kampen, ISBN 9043500275